Drempel schatkistbankieren
Toets drempel schatkistbankieren | 2014 | 2015 | 2016 | 2016 Q1 | 2016 Q2 | 2016 Q3 | 2016 Q4 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Grondslag: omvang oorspronkelijke begroting | 3.776.978 | 3.623.553 | 3.492.398 | 3.492.398 | 3.492.398 | 3.492.398 | 3.492.398 |
Drempelbedrag | 10.304 | 9.997 | 9.735 | 9.735 | 9.735 | 9.735 | 9.735 |
Gemiddelde omvang banksaldi | 11.459 | 6.352 | 3.784 | 4.445 | 3.886 | 2.200 | 4.603 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) | -1.155 | 3.645 | 5.951 | 5.290 | 5.849 | 7.535 | 5.132 |
Om de staatsschuld te beperken moeten gemeenten liquide middelen aanhouden in de schatkist bij het Rijk of uitzetten bij medeoverheden. Om het cashmanagement van de gemeenten niet te veel te verstoren mogen de gemeenten een beperkt positief saldo op de bankrekeningen aanhouden. Gemiddeld per kwartaal mag dit saldo niet meer zijn dan een vastgesteld drempelbedrag. Het drempelbedrag is gerelateerd aan de omvang van de begroting – 0,75% over de eerste schijf van € 500 mln en 0,2% voor alles daarboven – en kwam voor 2016 uit op € 9,7 mln. In 2014, het eerste jaar na invoering van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden is het drempelbedrag overschreden. Naar aanleiding daarvan zijn de cashmanagementprocedures aangepast om een herhaling hiervan te voorkomen. In de afgelopen jaren is de gemiddelde omvang van de positieve banksaldi dan ook verder gedaald. Gemiddeld over het jaar 2016 bedroegen de positieve saldi op de bankrekeningen € 3,8 mln. In elk kwartaal bleven de gemiddelde banksaldi ruim onder de drempel van € 9,7 mln.