Renterisiconorm
Toets renterisiconorm | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Grondslag: omvang oorspronkelijke begroting | 3.776.978 | 3.623.553 | 3.492.398 | 3.619.792 | 3.619.792 | 3.619.792 | 3.619.792 |
Renterisiconorm (20% van grondslag) | 755.396 | 724.711 | 698.480 | 723.958 | 723.958 | 723.958 | 723.958 |
Renteherzieningen | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 57.780 | 52.966 | 12.367 | 8.081 |
Aflossingen | 410.137 | 292.490 | 290.302 | 296.328 | 314.347 | 430.607 | 393.633 |
Renterisicobedrag | 460.137 | 342.490 | 340.302 | 354.108 | 367.313 | 442.974 | 401.714 |
in % begroting | 12,2% | 9,5% | 9,7% | 9,8% | 10,1% | 12,2% | 11,1% |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | 295.259 | 382.221 | 358.178 | 369.850 | 356.645 | 280.984 | 322.244 |
Bij de structurering van de lange schuld moet de gemeente voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de Wet Fido. Bij het aantrekken van lange geldleningen moet de gemeente rekening houden met de renterisiconorm. Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. Het renterisicobedrag wordt volgens de Wet Fido berekend als de som van de renteherzieningen en de aflossingen. Hoewel de Wet Fido dit niet voorschrijft, wordt uit voorzichtigheidsoverwegingen onder de aflossingen ook de herfinancieringsbehoefte onder de renteswaps meegeteld. Hiermee wordt het gebruik van renteswaps gelimiteerd. Het totale renterisicobedrag mag niet groter zijn dan 20% van het begrotingstotaal van de oorspronkelijke begroting. In 2016 bedroeg de renterisiconorm € 698 mln. Het renterisicobedrag op de langlopende schuld kwam uit op € 340 mln en bleef daarmee ruim onder de gestelde norm. Zoals uit de tabel blijkt is het renterisico in de huidige leningenportefeuille goed gespreid en blijft er de komende jaren sprake van voldoende ruimte onder de norm.